In de zesde ronde speelde Yichen tegen een jongen (1860) die Italiaans kampioen is onder de 10. Hoewel hij een goede openingsvoorbereiding had gehad, lette Yichen onvoldoende op een bepaalde variant van de tegenstander, zodat de Konings-Indische stelling op de damevleugel ineenstortte. De tegenstander kon gemakkelijk aanvallen en winnen. De les die hij hiervan leerde is: in plaats van zetten te leren, is het belangrijker om de strategische ideeën en plannen van de opening te kennen.
In de zevende ronde had Yichen wit tegen een Spaanse jongen (1514). De coach merkte op dat uit de vorige rondes bleek dat de tegenstander graag Russisch speelt. Daarom werd een aanvalsplan voorbereid. Yichen speelde het iets te langzaam, waardoor de aanval niet helemaal uit de verf kwam; maar toen Yichen zijn plannen wijzigde kwam hij in een goed eindspel met twee pluspionnen. De tegenstander gaf op net voordat Yichen kon promoveren.